15 september 2025

12,5 jaar Boerenmarkt

Losserse Boerenmarkt: 12,5 jaar streekproducten

                                                           Gratis koffieleut’n met de marktmeester

Waarom brengen we in Losser niet de streekproducten meer onder de aandacht? Dat oppert  Lossernaar Rob Wegdam zo’n dertien jaar geleden naar een idee van kleine marktjes in Italië. Het plan wordt opgepakt door Martine de Jong en met een handjevol deelnemers wordt in 2013 de eerste boerenmarkt georganiseerd. 12,5 jaar later is de boerenmarkt een vast gegeven op de laatste zaterdag van de maand in het centrum van Losser. Op 27 september staat het Centrum Management Losser er uitgebreid bij stil.  

Bij de eerste edities regelt Martine alles zelf: deelnemers benaderen, de kraamopbouw, facturatie en alles wat erbij komt kijken. Het regelwerk door de gemeentelijke marktverordening maakt dat na een tijdje Centrum Management Losser (CML) aansluit. Er komt daarbij meer budget beschikbaar.

Pionieren

De eerste keren moeten standhouders overtuigd worden om mee te doen, weet Martine. Het pionierswerk werpt z’n vruchten af. De markt is niet meer weg te denken. “Mensen komen nu gericht maandelijks inkopen doen. Eerst kwamen vooral bezoekers uit Losser, maar nu ook van buiten Twente en zelfs Duitsland,” zegt Martine. “En als hun favoriete kraam er niet is, horen we: ‘Waar is de jam? Waar is de soep van Heup?’”

Marktmeester

Inmiddels horen Paul Elferink en zoon Lars tot het organiserende team. Een markt loopt niet vanzelf. Daar weten beiden alles van. Vijf jaar geleden belde Marcel de Jong Paul met de vraag of hij eens wilde helpen. “Het stelde volgens hem niet veel voor: rondgaan met koffie, van half tien tot drie uur. In de praktijk ben ik er van half zeven ’s ochtends tot vijf uur ’s middags mee bezig,” lacht hij, “En dan hebben we nog een vergadering voorafgaand aan de markt. Ik teken iedere markt handmatig in met waar welke kraam komt te staan en met de standhouders hou ik contact per app.”

Klem tussen stuur en leuning

“Op woensdag geven we het aantal kramen door aan Nijland Kramenbouw. Die begint op zaterdagochtend om half zeven. We hangen naamkaartjes aan de kraam, zetten spandoeken en vlaggen klaar en sluiten stroom aan. Helemaal vlekkeloos verloopt het niet altijd. En dat is ook het mooie: er gebeurt altijd iets onverwachts. Zo zat de auto van Ria van de zijdebloemen klem tussen de kramen. Ze durfde deze zelf niet meer te verplaatsen. Of ik dat even wilde doen. Met m’n neus tegen de voorruit, buik op het stuur door de stoel in de voorste stand en een auto vol zijdebloemen manoeuvreerde ik haar karretje over de markt. Het moet een komisch gezicht zijn geweest, want iedereen stond er hard bij te lachen. Of die keer dat de palingkraam omwaaide. Dan komt van alle kanten hulp. Dat geeft saamhorigheid.”

Thermoskannen koffie

Pauls meest favoriete rol is die van koffie rondbrengende marktmeester. Met een omgebouwde rollator vol thermoskannen zorgt hij ervoor dat voor tien uur alle standhouders een kopje koffie krijgen. “Dan gaat het niet alleen om koffie, maar ook een praatje. Zo hoor je wat er speelt en wat er beter kan. We doen drie rondes, goed voor zeker tweehonderd kopjes.” Het wordt door de standhouders enorm gewaardeerd.

Betrokkenheid

Zoon Lars is niet minder enthousiast. Sinds twee jaar verzorgt hij de aanmeldingen. “Ik stuur de uitnodigingen naar de standhouders en later nog een herinnering.” Hij verwerkt de administratie voor de facturatie. En op de dag zelf helpt hij graag mee met de koffieronde. “Ook om pa aan te sporen op te schieten, want hij staat vaak lang te praten,” knipoogt hij. Hij vindt het leuk om te zien hoe de markt leeft. “Standhouders zijn bijna familie van elkaar. Als er iemand niet is, vragen ze ernaar. En als ik een keer help met sjouwen, krijg ik van sommigen spontaan een presentje. Die betrokkenheid maakt het bijzonder.”

Meer dan producten

De Boerenmarkt draait niet alleen om kaas, honing, groenten of stroopwafels. Het gaat vooral om de mensen en de sfeer. “Er zijn vaste klanten die er een uitje van maken,” vertelt Martine. “Een vrouw gaat elke maand met haar broer hier lunchen. Dat soort verhalen laat zien dat de markt meer is dan winkelen: het draait om ontmoeten.” Daarnaast spelen lokale verenigingen een rol. Muziekverenigingen, sportclubs, scouting, zelfs carnavalsverenigingen: ze zorgen voor reuring en herkenbaarheid. “Het trekt extra bezoekers en dat is ook goed voor de lokale winkeliers.”

Interessant aanbod

In het begin was het niet altijd even makkelijk, maar tijdens corona kreeg de markt een toevlucht. “Mensen wilden graag buiten winkelen en kozen voor kwaliteit,” vertelt Martine, “Nu  is er een vaste kern van zo’n vijftien standhouders, daaromheen wisselt het tot dertig, soms wel vijftig. Het aanbod blijft daardoor interessant voor bezoekers en voor de ondernemers zelf.” En natuurlijk hebben ook de organisatoren hun vaste favorieten: Paul verheugt zich iedere keer weer op de stroopwafels van Harry, Martine op de dikke kersen en aardbeien van Old Bleank en Lars is onder de indruk van de stenen vogelhuisjes van Hofmeijer.  

Vooruitkijken

Hoe de toekomst eruitziet? Lars ziet het wel zitten om naar de 25 jaar te gaan. “Er zullen dingen verdwijnen, maar er komt altijd wat nieuws voor terug.” Martine vult aan: “Je moet met de tijd mee. Het gaat niet alleen om streekproducten, maar om de complete beleving eromheen. De gemoedelijkheid en persoonlijke aandacht moeten blijven.”

Feestelijk jubileum met gratis koffie

Het 12,5-jarig bestaan wordt uiteraard gevierd. Op de jubileummarkt van zaterdag 27 september is er een prijzenkraam, muziek van lokale verenigingen, leuke activiteiten en om 11 uur een officieel moment met de burgemeester en de Böggelrieders. En natuurlijk ontbreekt de koffieronde niet: iedere bezoeker krijgt gratis een kopje koffie van Paul. Met een koekje.